
Machteloosheid van generatie op generatie
Ik lees regelmatig een boek ‘over de oorlog’. Een verhaal dat zich afspeelt in de concentratiekampen, of op het thuisfront. Vorig jaar las ik voor het eerst een boek dat begint wanneer de oorlog eindigt. Dit is opnieuw zo’n boek. Wat doet een oorlog met de mensen die achterblijven? En nog veel meer: wat doet een oorlog met iemand die de oorlog nooit zelf heeft mee gemaakt? Veel kinderen dragen de gevolgen van iets waar ze het bestaan niet eens van kennen, waar ze zelfs geen vermoeden van hebben. Het is een invalshoek waar ik tot voor kort weinig heb bij stil gestaan.
Je merkt dat de auteur geen romanschrijfster is. Het is geschreven in de ‘eigen taal’, met vooral een opsomming van de gebeurtenissen die ze heeft mee gemaakt, de onverwachte uitbarstingen van haar vader en het geweld dat hij niet schuwde.
Ik bleef lange tijd op mijn honger zitten omdat ik, aan de hand van de korte inhoud, had verwacht dat het boek de zoektocht naar het verhaal van haar vader zou vertellen. Het is echter het verhaal van de auteur zelf dat werd neer geschreven, haar onmacht, als gevolg van de machteloosheid van haar vader om de oorlog een plaats te geven.
Dat is het schrijnende aan het verhaal, wat onmacht met mensen kan doen, dat je onmacht van generatie op generatie kan door geven, omdat niemand hen geleerd heeft hoe je onmacht kan omzetten in een kracht. Het gevoel van machteloosheid is voor mij heel herkenbaar, ook is het dan in een heel andere context, niet vergelijkbaar met wat de auteur heeft moeten doorstaan.
De auteur probeert het verhaal een diepere dimensie te geven door de machteloosheid en frustraties om te zetten in loslaten en vergeving waardoor het wellicht voor haar louterend heeft gewerkt. Het vergt ongetwijfeld veel moed om haar verhaal neer te schrijven omdat ze alles opnieuw moet beleefd hebben bij het schrijven van dit boek.